De montagehoogte van de kraanliggers met een spanwijdte van 27,5 m, de loopkat, de draaikrans en de starre lastgeleider mocht niet meer dan 1.000 mm bedragen. Om een geschikte oplossing te vinden, ontwikkelde het bedrijf een speciale vlechtmethode. Dit betekende dat de loopkat met de loopkatbaan tussen de kraanbrugliggers werd geïnstalleerd en dat het zwenkmechanisme zo werd ontworpen dat het in het frame van de loopkat kon worden ondergebracht zonder de hoogtemaat (de bovenkant van de kraanbrugliggers) te overschrijden.
De voedingskabels voor de trolleyaandrijving en de draaikrans vormden een andere uitdaging. De beschikbare installatieruimte voor de stroomvoorziening van de loopkat is slechts 500 mm hoog en 300 mm breed. Conventionele festonnering of geleiderails waren meteen uitgesloten vanwege de kleine installatiehoogte. De enige optie was om energievoorzieningssystemen te gebruiken waarlangs de volledige bekabeling van de hoofdvoeding voor de aandrijvingen, de besturingskabel en de PROFIBUS-kabel kon worden geleid.
Voor de trolleyvoeding werden twee omgekeerde horizontale energiekettingen gebruikt, die zich boven het trolleyframe aan de binnenkant van de hoofdligger bevinden. De verplaatsingen van de trolleyvoeding bedragen 21.245 mm voor het eerste en 17.650 mm voor het tweede systeem. De snelheid ligt tussen 0 en 60 m/min. Voor de voeding van de zwenkaandrijving worden ook twee horizontaal gemonteerde igus energiekettingen gebruikt op het zwenkraam. Met dit systeem wordt een draaihoek van 270° bereikt. De snelheden zijn 0 tot 4 rpm.
De vierdelige kabelrups E4/4, serie 3838, wordt hier gebruikt als een kant-en-klaar energievoorzieningssysteem met alle benodigde kabels. Daarnaast wordt het volledige trogmateriaal geleverd, waaronder zowel standaard troggen voor de energieketting in glijdende toepassingen als speciale troggen voor de kettingen met omgekeerde buigradius.