Energiekettingsystemen in plaats van gemotoriseerde kabelhaspels

Energiekettingsystemen hebben geen sleepring, waardoor het ook mogelijk is om media zoals lucht, water en olie zonder onderbreking te transporteren.

Verschillende kabels en slangen voor energie, gegevens en media kunnen veilig in één systeem worden beheerd en indien nodig afzonderlijk worden vervangen of aangevuld.

Een gemotoriseerde kabelhaspel kan met een snelheid van ongeveer 300 m/min. draaien. Voor de eerste meters moet het tempo worden verlaagd om veilig te kunnen rollen. Voor middellange aanvoer betekent dit dat het systeem geremd en halverwege versneld moet worden. Met een energiekettingsysteem zijn rijsnelheden tot 600 m/min mogelijk, en dit is volledig mogelijk zonder beperkingen aan de belasting of snelheid bij het opstarten.

Energiekettingsystemen hebben geen eigen aandrijving nodig, ze worden gewoon aan het bewegende deel van het systeem bevestigd en meegevoerd.

Afhankelijk van de rij-/kabellengte heeft een gemotoriseerde kabelhaspel een diameter tot 8 meter. Daarnaast is er ruimte nodig voor de motor en het sleepringlichaam. In het geval van een energiekettingsysteem is, ongeacht de slag, slechts één bewegende arm nodig op de kraan - die geïntegreerd is in de installatieruimte van de kraan - en de installatieruimte voor de goot van de ketting op de grond.

Bij mediumtoevoer moet de helft van de rijlengte plus 20 meter reserve worden berekend als kabellengte voor gemotoriseerde kabeltrommels. Bij energiekettingsystemen rekent men ook met de helft van de rijlengte, maar met slechts twee meter extra, die nodig zijn voor de radius van de ketting. Bij hogere rijsnelheden (meer dan 60 m/min.) wordt echter eindvaste montage aanbevolen voor gemotoriseerde kabelhaspels. Hierdoor neemt de kabellengte toe tot de totale rijlengte plus 20 meter reserve.