Ridder staat bekend als specialist in waterstraalsnijden: Waterstralen leveren een bijna onvoorstelbare druk (3.800 bar) om metalen en kunststoffen te scheiden. De voordelen van het "koud" proces zijn dat er geen schadelijke emissies ontstaan tijdens het snijden en dat het snijoppervlak een perfecte afwerking krijgt, zelfs zonder nabewerking. En er is geen vervorming tijdens het snijden.
Ridder ontwikkelde oorspronkelijk systemen met een snijtafel voor 2D bewerkingen. Later kwamen daar de 3D lineaire robotsystemen uit de Waricut-serie bij die op verticale assen bewogen. Maar dit is de grootste machine die Ridder tot nu toe in gebruik heeft genomen:
De Anssems Groep, gevestigd in Nederland, heeft een vijfassige waterstraalsnijmachine besteld met een snijvolume van 32.050 x 5.050 x 1.900mm (X/Y/Z as) voor de productie van paardentrailers. Twee bruggen, elk met een 3D-snijkop, bewegen op lineaire robotassen van 32 meter. De machine is verdeeld in vier cabines zodat de twee snijkoppen elk een onderdeel kunnen bewerken terwijl de andere twee cabines worden gewisseld. Dit zorgt voor een continu gebruik van het systeem. Elke snijkop kan naar alle vier de cabines bewegen, wat een hoge flexibiliteit en beschikbaarheid garandeert.
De taak van de waterstraalsnijmachine in de productie zal bestaan uit het bewerken van de glasvezelversterkte kunststof bovenbouw die in de vorige werkstappen is gelamineerd en gevormd en het maken van deuropeningen in bijvoorbeeld de paardentrailer. Het systeem bereikt een zeer hoge precisie. Terwijl de systemen gewoonlijk werken met een nauwkeurigheid van ≤ ± 20 µm per meter, heeft dit systeem door de lange trajecten een nauwkeurigheid van 50 µm. De ontwerpingenieurs van Ridder moesten het probleem oplossen om de snijkoppen te voorzien van energie, signalen, perslucht en (natuurlijk) water. Er moest ook rekening worden gehouden met de hoge maximale verplaatsingssnelheden van de lineaire as (20 m/min). Maar het grootste probleem was de lange verplaatsing. Gezien deze lengtes is de kans groot dat de bovenste loop van de ketting simpelweg op de onderste loop rust (het principe van de glijdende energieketting). Dit systeem kon dus niet glijden om twee redenen: De zware vulling en de lange reisafstand zouden te veel wrijving hebben gegenereerd. En de hogedrukleiding voor de watertoevoer vereist een grotere bochtradius, dus het principe van "ketting op ketting" was uitgesloten.