Afscherming van kabels

In principe kan elke elektrische kabel elektromagnetische interferentie veroorzaken of ondervinden als gevolg van het koppelingseffect. Om de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te waarborgen, moet een kabel elektrisch worden afgeschermd. Dit beschermende effect wordt voornamelijk uitgedrukt door de zogenaamde optische dekking van de afscherming. Dit verwijst naar het gebied dat optisch wordt afgeschermd door de afscherming. Als de kabel bijvoorbeeld een koperen folie als afscherming heeft, kan worden gezegd dat deze een dekking van 100% heeft, omdat deze als een tube werkt. Als de afscherming gevlochten of omwikkeld is met draden, heeft dit als voordeel dat de afscherming niet wordt beïnvloed door beweging, in tegenstelling tot de folie. Het nadeel is echter dat het dekkingsgebied kleiner wordt omdat er een kleine opening is tussen elke afschermingsdraad.

Voor kabels in lineaire beweging is bewezen dat een gevlochten afscherming met een hoge dekking en een optimale vlechtingshoek de beste oplossing is. Als het daarentegen om een torsiekabel gaat, is een gevouwen afscherming die op een glijdend materiaal is gelegd de optimale oplossing. Het beste afschermingsresultaat wordt bereikt met een optische dekking van 90%.