Om de door de eindklant vereiste cyclustijd te halen, werd een "elektronische nokkenbesturing" ontwikkeld om de meer dan 80 gebruikte servomotoren aan te sluiten. Elk station van het systeem moest in de respectieve onderhoudspositie worden gebracht. Hiervoor moest een groot aantal servokabels, slangen voor de pneumatische elementen en slangen voor het geautomatiseerde smeersysteem in een energieketting worden geleid. De mogelijkheid om de op deze manier gecreëerde stations te verplaatsen droeg bij aan aanzienlijke kostenbesparingen en een algemene verhoging van de efficiëntie (naast de nu gemakkelijke bediening van het ontwerp). Een andere toegevoegde waarde was de gezamenlijke ontwikkeling van het productiesysteem, dat nu veel compacter is en daardoor zeer weinig ruimte inneemt - in overeenstemming met de systeemlay-out van de klant. De parameters van lineaire snelheid en versnelling werden ook bereikt dankzij de kabelrups, die werd aangepast aan de toepassing.